Evelien, vrienden voor het leven
Evelien
Het was op de dag van de Koningsspelen dat Evelien, een lief klein meisje, langskwam met haar vader voor een zakje voer. Huilend kwam zij de praktijk binnen, drijfnat van de regen, bibberend, een lief klein beslagen brilletje, versteende witte vingertjes na een dagje buiten spelen. Snikkend vertelde zij haar verhaal.
Ik nam haar mee naar achter terwijl vader de boodschap deed en we maakten een emmer met heerlijk lauw water voor haar handjes en een paar warme kruiken. Een diepe zucht klonk toen zij haar handen warmde. Ik kreeg de eer haar brilletje te mogen schoonpoetsen. Na tien minuten ging het al wat beter en het diepe verdriet maakte plaats voor wat opluchting en een lach. De volgende dag kwam zij met konijn en moeder en zat stralend te wachten op de grote dierendokter. Volgens moeder zijn we vrienden voor het leven.
Vrienden voor het leven.
Mensen komen en mensen gaan in een praktijk. Met het komen en gaan van mensen en hun dieren is het een drukte van jewelste in relationeel opzicht. Als dierenarts is er een relatie met het dier én met de diereigenaar. Hoe meer we samen meemaken des te steviger wordt de band, zónder vrienden te hoeven zijn. Dieren worden ziek en gaan dood, bazen worden ziek en gaan dood.
Vorige week vertelde een vrouw dat haar man onlangs was overleden. Wij schrokken en waren samen met haar verdrietig. Haar man was er een van weinig woorden maar sloeg nooit over te zwaaien bij het voorbijrijden, ik zal hem missen zittend op zijn bankje.
Onze ”professionele” werkrelatie is veelal bárstensvol gevoel, met het dier én met de mens ernaast. Naast alle techniek geeft dit ons werk veel inhoud en voldoening. Ik zou niet van mijn werk houden als ik die relaties zou moeten missen, in vreugde in verdriet. Zolang als een vriendenleven duurt.
Evelien werd weer warm en de weduwe heeft ons verhaal bij haar gevoed door haar verdriet te delen. Samenwerken in een lach en een traan.
Marinus van der Wijden, dierenarts.