Narcose kat
Wanneer uw kat binnenkort onder narcose gebracht wordt, kunt u in onderstaande tekst meer lezen over de gang van zaken en de mogelijkheden in onze kliniek.
Voorzorgen
Wij vragen u ervoor te zorgen dat uw dier vrij is van vlooien en dat er recent een ontworming is uitgevoerd. Uw kat bij voorkeur binnen houden de nacht voor de ingreep, zodat u zeker weet dat u hem of haar ’s ochtends kunt brengen. Katten mogen niets meer eten vanaf ongeveer 21.00 uur de vorige avond. U kunt uw kat het beste om 20.30uur nog wat eten aanbieden en, wanneer het nog niet op is, dit om 21.00 uur weghalen. Water drinken mag wel gedurende de nacht.
Het brengen
Onderzoek
Wanneer u uw kat brengt, wordt uw dier gewogen en lichamelijk onderzocht. Worden er bij dit lichamelijk onderzoek afwijkingen gevonden, dan kan in overleg met u besloten worden eerst meer onderzoeken te doen. U kunt hierbij denken aan bloedonderzoek, een röntgenfoto, een bloeddrukmeting of bijvoorbeeld een echo. Bij (oudere) dieren zonder zichtbare problemen kan ook voor een bloedonderzoek gekozen worden (zie verderop in deze tekst)
De gang van zaken en werkafspraken
Meestal vragen wij u uw kat om 9.00u ’s ochtends te brengen. Vaak zullen we uw dier opnemen om later in de ochtend onder narcose te brengen. Katten geven zich beter aan de narcose over wanneer ze na het toedienen met rust worden gelaten. Het heeft daarom niet veel zin voor u om hier bij te zijn.
Wanneer nodig geven we uw kat om 9.00u alvast een pijnstillende injectie; deze werkt dan beter tijdens en na de ingreep of operatie.
We maken tot slot enkele duidelijke werkafspraken met u: Wat gaan we precies doen? Hoe laat kunt u verwachten dat wij bellen? Hoe kunnen wij u bij calamiteiten tussentijds bereiken?
De narcose
Injectie
Meestal geven we katten eerst een injectie met slaapmiddelen in een spier. Wanneer dit is ingewerkt brengen we vaak een infuusnaald in een bloedvat in; zeker bij langdurige ingrepen. Op deze manier kunnen narcosemiddelen, medicijnen en vocht rechtstreeks in een bloedvat gegeven worden.
Soms kiezen we ervoor meteen een infuusnaald in een poot in te brengen. Vooral wanneer er een verhoogd narcoserisico is en de kat dit goed toelaat.
Narcosemiddelen
We brengen dieren onder narcose met een combinatie van narcosemiddelen. Elk dier dat onder narcose gaat krijgt zuurstof toegediend. Het doel is een veilige, goede narcose tijdens de ingreep te bereiken met een rustige, veilige uitslaapfase (de “recovery”). Welke middelen worden gekozen hangt af van het type ingreep wat gedaan gaat worden en van de conditie van de patiënt. Een narcose zal nooit geheel risicoloos zijn, maar we doen er alles aan het risico minimaal te krijgen via optimale bewaking- en narcosetechnieken.
Zuurstof en vochtinfuus
Elk dier dat onder narcose wordt gebracht, ook al is het “alleen” voor een onderzoek, krijgt zuurstof toegediend. Dit gebeurt via een buisje in de luchtpijp of via een kapje. Tevens zorgen we dat de patiënt goed warm blijft. Wanneer nodig krijgt uw dier een vochtinfuus.
Isofluraan en narcosebewaking
Bij operatiepatiënten en patiënten die een gebitsbehandeling ondergaan wordt via een buisje in de luchtpijp niet alleen zuurstof gegeven, maar ook isofluraan, een slaapgas. De beademing tijdens een operatie gaat d.m.v. een beademingsapparaat. De patiënt wordt in de operatiekamer aangesloten op meetapparatuur (zuurstof, CO2, temperatuur, ECG, ademhaling- en hartfrequentie).
Omdat bewustzijnsverlies geen garantie is voor verlies van pijngevoel, worden extra pijnstillers toegediend tijdens de narcose.
De uitslaapfase
Tijdens de uitslaapfase wordt de patiënt warm gehouden met warmtekruiken en een warmtelamp. Ook in deze fase wordt zuurstof toegediend. De patiënten worden goed onder controle gehouden.
Wij bellen u om te vertellen hoe de ingreep is gegaan. Afgesproken wordt wanneer uw kat weer naar huis kan.
Het ophalen en de nazorg
U krijgt bij het ophalen een folder mee met tips en werkafspraken om de periode na een narcose zo goed mogelijk te laten verlopen.
Als u uw huisdier komt halen, is het weer bij kennis en kan het meestal alweer een stukje lopen. Soms maakt het alweer een attente indruk, vaak is het nog erg onder de indruk. Met u wordt besproken hoe het herstel naar verwachting zal verlopen, welke medicijnen moeten of kunnen worden gegeven, waarop u moet letten bij een operatiewond, die al dan niet is verbonden en wanneer u het beste contact op kunt nemen of langs kunt komen voor controle. Een pleister bij bijvoorbeeld een buikwond heeft vooral de eerste paar dagen een nuttige functie. Als de pleister daarna loslaat of vuil wordt, hoeft er als regel geen nieuwe pleister op de wond. Dikwijls wordt een kraag of operatieromper geadviseerd om likken en bijten aan de wond tegen te gaan.
Bij pijnlijke ingrepen krijgt het dier tijdens de opname al een pijnstiller. In dat geval krijgt u meestal ook voor meerdere dagen 1 of 2 soorten pijnstillers mee naar huis. Thuis mag het dier lauwwarm water drinken met kleine beetjes tegelijk. Als regel kunt u uw kat de eerste uur of uren na een narcose beter geen eten geven, tenzij het dier er zelf om vraagt. Geef in dat geval een heel klein beetje en wacht minstens een uur met meer eten geven om te zien of het dier niet gaat braken. De dag na de narcose mag uw kat weer normaal eten en drinken.
Rust is bij thuiskomst het belangrijkste. Geen lawaai, geen drukke kinderen, niet uitgebreid aanhalen en troosten. Het dier heeft genoeg aan zichzelf. Als het dier thuis in slaap zakt, zorg dan voor een beschutte en warme plaats en leg de kop zo neer, dat het goed kan ademen en dat het eventueel braaksel niet inademt. Leg het dier nu en dan op de andere zijde.
Katten willen nog wel eens meer proberen dan ze eigenlijk kunnen. In zo’n geval kunt u de kat wellicht opsluiten in een kleine ruimte in huis, zodat er geen ongelukken kunnen gebeuren.
Bij veel ingrepen zijn op de dag zelf en de dag erna de dieren nog niet in goede doen. Katten moet u dan nog binnen houden. Wanneer de kat weer naar buiten mag, wordt met u besproken. Normaal gesproken pas na de laatste wondcontrole. Meestal zien we dieren na tien dagen terug voor een laatste controle en het verwijderen van de hechtingen.
Wanneer moet u contact opnemen?
– Als het dier na thuiskomst niet meer aanspreekbaar is of als het niet of nauwelijks reageert op een stevige pijnprikkel. Knijp bijvoorbeeld flink in een teen, dan moet het dier niet alleen de poot terugtrekken, maar u ook door grommen, piepen of de kop optillen laten merken dat het pijn doet.
– Als het dier na een dag nog niet drinkt of na twee dagen nog niet eet.
– Als er bloed of vocht uit de wond komt of als de wond opengaat.
– Als de wond, het verband of de spalk niet fris ruikt. Dit controleert u het best met uw neus vlakbij de wond.
– Als het dier likt of bijt aan de wond, het verband of de spalk.
– Als u door wat dan ook ongerust bent. Bel altijd eerst naar de praktijk, ook ’s avonds laat of in het weekend. Als de praktijk is gesloten, hoort u via de telefoonbeantwoorder, welke dierenarts de dienst voor spoedgevallen waarneemt.
(Extra) keuzemogelijkheden
Extra onderzoeken voorafgaand aan de narcose
Ook bij ogenschijnlijk gezonde dieren kunnen we voorafgaand aan de narcose een “screenend” bloedonderzoek doen. We controleren dan in het bloed bijvoorbeeld de nier- en leverwaarden, het suikergehalte en de totale hoeveelheid eiwitten. Er kunnen met een dergelijk bloedonderzoek onverwachte problemen boven water komen. De kans hierop is bij jonge dieren zonder klachten echter klein. Tevens is niet altijd meteen duidelijk wat een afwijkende bloeduitslag betekent. Een goede bloeduitslag geeft ook geen garantie op een probleemloze narcose. Om deze redenen doen wij niet standaard bij alle jonge dieren een “screenend bloedonderzoek”, maar u kunt hier wel voor kiezen. Bij katten boven de 10 jaar raden we het aan. U kunt de voor- en nadelen van een screenend bloedonderzoek met één van onze dierenartsen bespreken.
Chippen
U kunt ervoor kiezen dat uw dier tijdens de narcose wordt gechipt.
Enten
Entingen kunnen het beste gegeven worden wanneer een dier gezond en fit is. Daarom heeft het onze voorkeur entingen niet tijdens een operatie of ingreep te geven. Wanneer u hier toch voor wil kiezen, kunt u dit bij het brengen van uw dier aangeven.
Kraag of “operatie-romper”
Het is belangrijk dat uw dier niet aan de wond kan komen. Dit kan met een kraag of met een “operatie-romper”. Dit laatste is een romper dat een wond op de romp bedekt en geschikt is voor vrouwelijke en mannelijke dieren. U kunt bij ons informeren naar de mogelijkheden.
Oude dieren
Regelmatig uiten diereigenaren hun zorg over een komende operatie. Een begrijpelijke zorg, want een ouder dier maakt vaak een kwetsbare indruk. Toch kunnen wij over het algemeen deze zorg wegnemen aangezien we met behulp van moderne technieken en middelen het narcoseproces beveiligen.
Vaak vindt voorafgaand aan een operatie bloedonderzoek plaats. Daarnaast behoren ook een hartfilmpje en bloeddrukmeting tot de mogelijkheden. We werken standaard met relatief veilige narcosestoffen, goede pijnstilling, waakinfusen, zuurstof en uitgebreide bewakingsapparatuur.
We zetten ons volledig in om een ouder dier goed en veilig te opereren en enkele uren later weer wakker met de eigenaar mee naar huis te laten gaan.