Regelmatig wordt bij oudere katten (meestal vanaf 10 jarige leeftijd) de diagnose “hyperthyroïdie” gesteld. Met deze medische term wordt bedoeld dat het dier een overmaat aan schildklierhormoon in het lichaam heeft. Deze overmaat heeft invloed op de stofwisseling, op het hart en zelfs op het gedrag van het dier.

Oorzaak

Een kat heeft in de hals 2 schildklieren, 1 aan beide zijden van de luchtpijp. Daarnaast kan ook wat schildklierweefsel op andere plekken in de hals voorkomen. Een te hoge productie van het schildklierhormoon komt meestal door een goedaardige vergroting van een schildklier. Maar in 1 à 2 procent van de gevallen gaat het om een kwaadaardige vergroting. Wanneer het een goedaardige vergroting betreft zal dit lokaal in de hals geen problemen geven. Het is de overmaat aan schildklierhormoon dat negatieve gevolgen heeft.

Gevolgen

Het schildklierhormoon is een stofwisselingshormoon. Een overmaat zorgt voor een versnelde stofwisseling; het dier verbrandt meer energie. Typisch voor dit probleem is dat de kat erg goed eet, maar toch afvalt. Vaak gaan de dieren ook meer drinken. Bij sommige dieren vermindert juist de eetlust. Er zijn ook dieren die vaker gaan braken of diarree krijgen.

Een overmaat zorgt ook voor een extra stimulatie van het hart. Het hart gaat sneller kloppen en de hartspier wordt steeds dikker. Op den duur geeft dit problemen. Katten met schildklierproblemen hebben ook vaak een hoge bloeddruk.

Tot slot zien we dat de kat op leeftijd zich opvallend energiek gedraagt. Lange tijd wordt dit als positief ervaren. Op een gegeven moment valt echter op dat het dier onrustig is, bijvoorbeeld meer heen en weer loopt en veel miauwt.

Diagnostiek

Schildklieren zijn normaal niet te voelen in de hals. Ze zijn klein en liggen onder verschillende spieren. Wanneer een dierenarts een schildklier voelt in de hals, betekent dit dat deze schildklier vergroot is. Dit gaat heel vaak gepaard met een te hoge productie van schildklierhormoon.
De diagnose “hyperthyroïdie” wordt gesteld d.m.v. bloedonderzoek. Het gehalte schildklierhormoon wordt bepaald. Tevens worden de nierwaarden gecontroleerd. Een sluimerend nierprobleem kan namelijk door een te snel werkende schildklier verdoezeld worden, maar wel een probleem geven wanneer de hyperthyroïdie behandeld wordt. Vervolgens kan er voor gekozen worden een schildklier-scan uit te laten voeren. Dit is mogelijk in de Universiteitskliniek voor Gezelschapsdieren in Utrecht. Deze scan brengt de activiteit van schildklierweefsel in beeld. Op deze manier wordt duidelijk of één of beide schildklieren problemen geeft of dat het misschien ander schildklierweefsel in de hals betreft (zie eerder). Deze informatie kan nuttig zijn bij het kiezen van de juiste therapie.

Afhankelijk van de situatie meten we de bloeddruk van uw dier op dag van het stellen van de diagnose of op een later moment.

Therapie

Medicatie

De productie van schildklierhormoon kan geremd worden door schildklierremmers. Er zijn verschillende diergeneesmiddelen voor handen: Thiafeline® en Felimazol® (tabletten) en Thiamacare® (vloeibaar). Voor katten die zich echt geen medicijnen laten ingeven is er ook een oorzalf met medicijnen. Dit wordt aan de binnenzijde van de oorschelp aangebracht. Bij een deel van de katten ontstaat een irritatie of ontsteking van de huid.

Medicijnen geven is ook geschikt voor dieren met een beiderzijdse schildkliervergroting en kan levenslang gegeven worden. Een klein deel van de katten kan last krijgen van bijwerkingen (o.a. verlies eetlust, braken). De benodigde dosering verschilt per dier en kan in de loop van de tijd ook veranderen. Het is daarom belangrijk om via bloedonderzoek het effect van de medicijnen op de schildklierproductie periodiek te controleren. Ook de nierfunctie wordt dan gecontroleerd.

 

Radioactieve behandeling
De schildklier(en) kunnen ook behandeld worden met radioactief jodium. Radiotherapie houdt in, dat via injecties met radioactief jodium het afwijkend schildklierweefsel wordt vernietigd. Deze methode wordt gebruikt in Gent, België en in een kliniek in de Betuwe. De kat wordt dan minimaal 5 dagen opgenomen in de kliniek, aangezien het radioactief materiaal via speeksel, urine en ontlasting wordt uitgescheiden. Na afloop moet het gebruikte kattengrit nog een paar maanden apart bewaard worden. Voorafgaand aan deze behandeling worden katten met medicijnen behandeld en de nierfunctie gecontroleerd.

Chirurgie
Een goedaardig vergrote schildklier kan met een relatief eenvoudige operatie verwijderd worden. Eerst wordt in een aantal weken d.m.v. medicatie het gehalte schildklierhormoon genormaliseerd.  De kat wordt middels een infuus onder algehele narcose gebracht en krijgt een buisje in de luchtpijp. Tijdens de operatie krijgt het dier zuurstof en narcosegas toegediend. Met de moderne, veilige narcosemiddelen van tegenwoordig is een narcose ook bij oude katten tegenwoordig weinig risicovol meer. De dierenarts kan de risico’s bij uw dier proberen in te schatten. Er zijn 2 feiten van belang wanneer overwogen wordt te kiezen voor een operatie. Eén daarvan is dat bij 70% van de patiënten met een vergrote schildklier binnen korte of lange tijd de andere schildklier ook goedaardig vergroot raakt. Wanneer één schildklier verwijderd wordt kan de andere schildklier, ook na maanden of jaren, voor dezelfde problemen gaan zorgen.
Het tweede punt van belang is dat aan beide schildklieren bijschildklieren vastzitten. Bijschildklieren zijn van belang voor de kalkhuishouding in het lichaam. Tijdens een schildklieroperatie kan de bloedtoevoer naar deze klieren beschadigd raken. Na ongeveer 2-4 weken is deze toevoer en daarmee het functioneren van de bijschildklieren weer hersteld. Bij een dubbelzijdige operatie kunnen de eerste weken na een operatie dus problemen opleveren. Het dier kan gaan lijden aan een tekort aan kalk. Dit maakt dat wij niet beide schildklieren tegelijk verwijderen.

Voeding y/d van Hill’s

Een laag jodium gehalte in deze voeding helpt de productie van schildklierhormoon normaliseren. Het is hierbij noodzakelijk dat een kat alleen deze voeding eet. Het is dus alleen geschikt voor binnenkatten. Er zijn bij ons brokken en natte voeding van dit merk te verkrijgen. Met behulp van bloedonderzoek wordt het effect van de voeding op de schildklierproductie gemeten.

Conclusie

Hyperthyroïdie is een veel voorkomend probleem bij de oudere kat. De diagnose stellen is niet moeilijk, maar het kiezen van een juiste, bij het dier en eigenaar passende therapie soms wel. Belangrijke vragen zijn: Hoe makkelijk is het om medicijnen toe te dienen bij uw kat? Hoe slaan deze medicijnen aan? Zijn er extra risico’s om het dier onder narcose te brengen? Wilt u met uw kat verwezen worden naar een andere kliniek voor een schildklierscan of voor radiotherapie? Hopelijk kan deze informatie u helpen bij het maken van een keuze.

Pin It on Pinterest

Share This