Wanneer uw knaagdier binnenkort onder narcose gebracht wordt, kunt u in onderstaande tekst meer lezen over de gang van zaken en de mogelijkheden in onze kliniek.

Voorzorgen

Uw cavia, rat, muis, hamster of chinchilla mag gewoon eten en drinken totdat u uw dier hier brengt. Wilt u uw dier in een mand of ander vervoersmiddel brengen waar geen stro of hooi inzit? Wij prefereren een handdoek in de mand.

Het brengen

Onderzoek
Wanneer u uw knaagdier brengt, wordt uw dier gewogen en lichamelijk onderzocht. Worden er bij dit lichamelijk onderzoek afwijkingen gevonden, dan kan in overleg met u besloten worden eerst meer onderzoeken te doen.

De gang van zaken en werkafspraken
Meestal vragen wij u uw dier om 9.00u ’s ochtends te brengen. Vaak zullen we uw dier opnemen om later in de ochtend onder narcose te brengen. Knaagdieren geven zich beter aan de narcose over wanneer ze na het toedienen met rust worden gelaten. Het heeft daarom niet veel zin voor u om hier bij te zijn.
Wanneer nodig geven we uw dier om 9.00u alvast een pijnstillende injectie; deze werkt dan beter tijdens en na de ingreep of operatie.
We maken tot slot enkele duidelijke werkafspraken met u: Wat gaan we precies doen? Hoe laat kunt u verwachten dat wij bellen? Hoe kunnen wij u bij calamiteiten tussentijds bereiken?

De narcose

Narcosemiddelen
Knaagdieren die geopereerd gaan worden, worden meestal d.m.v. een injectie onder narcose gebracht. Wanneer een knaagdier erg angstig of beweeglijk is kunnen we het ook eerst met slaapgas in slaap brengen. Het dier wordt dan in een kooitje geplaatst met zuurstof en slaapgas (isofluraan). Voor een operatie wordt vervolgens alsnog een injectie met narcosemiddelen gegeven.
We brengen dieren onder narcose met een combinatie van narcosemiddelen. Het doel is een veilige, goede, pijnvrije narcose tijdens de ingreep te bereiken met een rustige, veilige uitslaapfase (de “recovery”). Een narcose zal nooit geheel risicoloos zijn, maar we doen er alles aan het risico minimaal te krijgen.

Zuurstof, vocht en slaapgas

Elk dier dat onder narcose wordt gebracht, ook al is het “alleen” voor een onderzoek, krijgt zuurstof toegediend. Dit gebeurt via een kapje. Voor een langdurige operatie krijgt het dier via dit kapje ook isofluraan (slaapgas) toegediend. Tevens zorgen we dat de patiënt goed warm blijft. Wanneer nodig krijgt uw dier vocht toegediend.
Omdat bewustzijnsverlies geen garantie is voor verlies van pijngevoel, worden extra pijnstillers toegediend tijdens de narcose.

De uitslaapfase

Tijdens de uitslaapfase wordt de patiënt warm gehouden met warmtekruiken en een warmtelamp. Ook in deze fase wordt zuurstof toegediend. De patiënten worden goed onder controle gehouden.
Wij bellen u om te vertellen hoe de ingreep is gegaan. Afgesproken wordt wanneer uw knaagdier weer naar huis kan.

Het ophalen en de nazorg

U krijgt bij het ophalen een folder mee met tips en werkafspraken om de periode na een narcose zo goed mogelijk te laten verlopen.

Als u uw huisdier komt halen, is het bijna altijd weer bij kennis en kan het meestal alweer een stukje lopen. Soms maakt het alweer een attente indruk, vaak is het nog erg onder de indruk. Met u wordt besproken hoe het herstel naar verwachting zal verlopen, welke medicijnen moeten of kunnen worden gegeven, waarop u moet letten bij een operatiewond en wanneer u het beste contact op kunt nemen of langs kunt komen voor controle. Een pleister heeft vooral de eerste paar dagen een nuttige functie. Als de pleister daarna loslaat of vuil wordt, hoeft er als regel geen nieuwe pleister op de wond.

Bij pijnlijke ingrepen krijgt het dier tijdens de opname al een pijnstiller. In dat geval krijgt u meestal ook voor meerdere dagen een pijnstillende vloeistof mee naar huis. Thuis mag het dier meteen weer eten en drinken.

Rust is bij thuiskomst het belangrijkste. Geen lawaai, geen drukke kinderen, niet uitgebreid aanhalen en troosten. Het dier heeft genoeg aan zichzelf.
Bij veel ingrepen zijn op de dag zelf en de dag erna de dieren nog niet in goede doen. Meestal zien we dieren na tien dagen terug voor een laatste controle en het verwijderen van de hechtingen.

Wanneer moet u contact opnemen?

  • Als het dier na thuiskomst niet meer aanspreekbaar is of als het niet of nauwelijks reageert op een stevige pijnprikkel. Knijp bijvoorbeeld flink in een teen, dan moet het dier niet alleen de poot terugtrekken, maar u ook door piepen of de kop optillen laten merken dat het pijn doet.
  • Als het dier na een dag nog niet eet en drinkt.
  • Als er bloed of vocht uit de wond komt of als de wond opengaat.
  • Als de wond niet fris ruikt. Dit controleert u het best met uw neus vlakbij de wond.
  • Als het dier likt of bijt aan de wond, het verband of de spalk.
  • Als u door wat dan ook ongerust bent. Bel altijd eerst naar de praktijk, ook ’s avonds laat of in het weekend. Als de praktijk is gesloten, hoort u via de telefoonbeantwoorder, welke dierenarts de dienst voor spoedgevallen waarneemt.

Oude dieren

Regelmatig uiten diereigenaren hun zorg over een komende operatie. Een begrijpelijke zorg, want een ouder dier maakt vaak een kwetsbare indruk. Toch kunnen wij over het algemeen deze zorg verminderen, aangezien we met behulp van moderne technieken en middelen het narcoseproces beveiligen. We werken standaard met relatief veilige narcosestoffen, goede pijnstilling en zuurstof.
Voor ons is het een uitdaging om een ouder dier goed en veilig te opereren en enkele uren later weer wakker met de eigenaar mee naar huis te laten gaan.

Pin It on Pinterest

Share This